Concurrentie op kwaliteit: meten is weten

Sinds 2006 kent Nederland een zorgstelsel gericht op (gereguleerde) concurrentie. Het idee hierachter is dat concurrentie tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders onderling de zorg betaalbaarder maakt en de kwaliteit verbetert. In zijn blog van november 2014 had Stef Groenewoud het over de morele aspecten van marktwerking in de zorg, maar er spelen ook praktische problemen wat betreft het goed functioneren van de zorgmarkt.

Een van de belangrijkste voorwaarden voor verbetering van kwaliteit door concurrentie is dat de kwaliteit van zorg daadwerkelijk wordt gemeten. Als dit het geval is kunnen zorgverzekeraars contracten afsluiten met zorgverleners, waarbij zij eisen stellen aan de geleverde kwaliteit. Of, zoals de nieuwe zorgwet beoogt, dat zorgverzekeraars ervoor kunnen kiezen om zorgverleners die niet voldoen aan hun kwaliteitseisen niet te contracteren. Maar in de praktijk hebben zorgverzekeraars slechts beperkt inzicht in kwaliteit van zorg, zo wordt duidelijk in het artikel “Het Zorgkostendebacle” in de Groene Amsterdammer van 4 juni 2014. Het is dus zeer de vraag in hoeverre ze op basis hiervan contracten kunnen afsluiten.

Concurrentie op kwaliteit kan ook plaatsvinden op het niveau van patiënten, die kwaliteitsscores van verschillende zorgverleners kunnen vergelijken (bijvoorbeeld via kiesbeter.nl) en op basis daarvan zelf kiezen waar zij behandeld willen worden. Maar wie kijkt op kiesbeter.nl komt erachter dat deze website voornamelijk informatie presenteert over mogelijke voorwaarden voor goede zorg, bijvoorbeeld hoeveel tijd er voor een eerste consult wordt uitgetrokken, of de aanwezigheid van een multidisciplinair team. Over uitkomsten van zorg, bijvoorbeeld complicaties na een operatie, of het percentage diabetespatiënten met stabiele bloedwaarden, is weinig informatie te vinden.

Concluderend kunnen we stellen dat voor het overgrote deel van de medische verrichtingen in Nederland er niet genoeg informatie is om zorgverleners te kunnen kiezen op basis van de kwaliteit van uitkomsten van zorg – door zorgverzekeraars noch patiënten. En de mogelijkheid tot kiezen op basis van kwaliteit is de voorwaarde om door middel van concurrentie ook betere kwaliteit in de zorg te kunnen bereiken.

Een veelbelovende mogelijkheid voor het meten van uitkomsten van zorg is om naast klinische uitkomstmaten, zoals het aantal complicaties, ook patiëntgerapporteerde uitkomstmaten (patient-reported outcome measures - PROMs) te meten. Dit zijn vragenlijsten over gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven of specifieke klachten gerelateerd aan een bepaald ziektebeeld. Een voorbeeld van hoe PROMs kunnen worden ingezet is te vinden in het gezondheidszorgsysteem van Engeland, de National Health Service (NHS). In Engeland worden al sinds 2009 PROMs afgenomen bij patiënten vóór en na het ondergaan van een aantal electieve operaties, zoals heup- en knievervanging. De NHS kan nu in kaart brengen in hoeverre deze operaties het functioneren van patiënten verbeteren, en of daar bijvoorbeeld verschil in is tussen aanbieders.

Hier ligt mijn speciale interesse en het onderwerp van mijn promotietraject. Uiteindelijk is het doel van medische zorg dat functioneren verbetert en kwaliteit van leven omhoog gaat, en door het inzetten van PROMs kan hier inzicht in worden verkregen. Het beoordelen van kwaliteit van zorg door middel van PROMs heeft bij uitstek het potentieel om deze kwaliteit vanuit patiëntperspectief te verbeteren.

Het meten en publiceren van uitkomstmaten van de zorg komt steeds meer onder de aandacht, zowel in de vorm van klinische uitkomstmaten als in de vorm van PROMs. Maar er is ook weerstand tegen het bekend maken van uitkomsten. Denk aan de ziekenhuizen die protesteerden toen hen werd gevraagd om hun sterftecijfers te publiceren, omdat ze bang waren dat deze niet juist geïnterpreteerd zouden worden. Dat risico bestaat, maar eerder dan dit als reden te nemen om geen uitkomsten te publiceren, moeten we op zoek naar een goede manier om relevante informatie openbaar te maken. Ik denk dat het op een goede manier vergelijken van uitkomsten van zorg is een uitdaging is, maar wel een die we aan moeten gaan als we door middel van concurrentie de kwaliteit van zorg willen verbeteren.

Inger Abma is als promovendus werkzaam voor de Celsus academie